De verschillende immunotesten

Of het nu gaat om het aantonen van een tekort aan vitamine D of de aanwezigheid van SARS-CoV-2 of hiv in bijvoorbeeld bloed, urine of ontlasting; er bestaan immunotesten om op die specifieke biomarkers te meten. Een blog over de verschillende immunotesten die al op de markt aanwezig zijn.

De verschillende gebieden van immunotesten

Wanneer we het over immunotesten en de verschillende mogelijkheden op dat gebied hebben, is het goed om even terug te gaan naar de kern. Naar de manier waarop een immunotest werkt. Immunotesten van onze hand controleren bloed op de aanwezigheid van een specifieke stof. Dit door antilichamen en antigenen. Want door de juiste combinaties te maken, komt al dan niet een reactie op gang. Kort door de bocht: reageert het geheel, op welke manier dan ook, dan is de aanwezigheid van de specifieke stof aangetoond. Is dat niet het geval, dan is de stof waarop getest wordt niet aanwijsbaar in het bloed aanwezig of aanwezig geweest.

Maar hoezeer het uiteindelijke doel van de verschillende immunotesten ook overeenkomt, de technologie an sich en de methodes erachter verschillen sterk van elkaar. Om u een idee te geven behandelen we er hier enkele van.

Immunotesten op basis van kleurverandering

Een enzymgebonden immunosorbenttest is een immunotest die kan bepalen of er sprake is van bijvoorbeeld een infectueuze aandoening. EIA (Enzyme Immunoassay), ook wel ELISA (Enzyme Linked Immune Sorbent Assay) genoemd, detecteert en meet immers de antilichamen in bloed, urine of ontlasting als reactie op specifieke antigenen. Voorbeelden van ELISA-testen zijn testen op Covid-19, vitamine D, insuline en hepatitis.

In een eenvoudige ELISA-test worden antigenen of antilichamen van de aan te tonen stof aan een oppervlak gehecht. Vervolgens worden monsters die mogelijk passende antilichamen bevatten op dat oppervlak aangebracht. Enkel de antistoffen voor die specifieke te detecteren stof kunnen zich aan de antigenen hechten. Of er daadwerkelijk binding ontstaat, hangt dus af van de aan- of afwezigheid ervan. Na enige tijd worden de antilichamen die niet gebonden zijn weggespoeld, en blijven enkel de antilichamen-antigenenverbindingen waar naar gezocht wordt over.

De detecterende of tweede-staps antilichamen zijn voor aanvang van een ELISA-test aan enzymen gekoppeld. Bij de laatste stap van een ELISA wordt dan ook een substraat toegevoegd die reageert met het enzym. Het levert een chemische kleurverandering op. En hoe meer bindingen er gevormd zijn, des te meer kleur er wordt afgegeven. Hoe meer kleur, hoe meer van de aan te tonen stof er dus aan de hand van het monster aangetoond kan worden.

Immunotesten op basis van licht

Niet alleen kleurintensiteit kan gebruikt worden om met immunotesten antilichamen in bloed aan te tonen. Ook detectie door fluorescerende tracers en lichtgenererende moleculen is mogelijk. Dat is bij een Fluorescent Immunoassay (FIA) en een Chemiluminescence Immunoassay (CLIA) het geval. Deze manier van immunotesten is een variant op de ELISA, waarbij een substraat wordt gebruikt dat bij reactie niet voor kleur, maar voor een foton van licht zorgt.

Een FIA en CLIA leveren nauwkeurigere resultaten op dan ELISA en worden onder meer voor het aantonen van lage concentraties antistoffen voor Covid-19, hiv, Troponin I en TBI gebruikt.

Immunotesten met microarrays

Wanneer je meerdere stoffen wilt detecteren, zijn multiplex microarrays een goede optie. Een microarray is een verzameling microscopisch kleine spots. Die spots worden meestal gebruikt in multiplex assays, waarmee parallel naar meerdere stoffen gezocht kan worden. Naar allergenen, infectieziekten en auto-immuunziektes bijvoorbeeld. Deze vorm van testen wordt onder meer toegepast voor de opsporing van hartproblematieken en voor infectieziekten. Doet een partij een beroep op immunotestontwikkelingsservices, dan zal voornamelijk voor deze testvorm worden gekozen wanneer het tegelijkertijd aantonen van meerdere biomarkers in bloedmonsters van belang is.

Point of care testen

Testen middels Point of Care (PoC) wordt ook wel ‘near patient testing’ genoemd. De naam zegt het eigenlijk al; het gaat om immunotesten die gemakkelijk naar de patiënt toe gebracht kunnen worden. Het idee erachter is dat het op die manier mogelijk is om op het moment en op de locatie van de patiëntenzorg sneller resultaten te ontvangen, waardoor onmiddellijk goede beslissingen op het gebied van behandeling genomen kunnen worden. Te denken valt aan bloedglucosetesten, screening op drugs, cholesterolscreening en screening op voedselpathogenen en infectieziekten.

Deze immunotesten kennen verschillende typen. Zo bepaalt de kwantitatieve PoC-test de concentratie  van een bepaalde stof in het lichaam. Een kwalitatieve PoC-test vertelt óf er een bepaalde stof aanwezig of afwezig is (bij een zwangerschapstest bijvoorbeeld). De testen worden ingedeeld in eenvoudige exemplaren met een laag risico op een fout resultaat, en complexere testen. Die laatste groep is het grootste, en dergelijke immunotesten moeten dan ook uitgevoerd worden door een professional.

Uw Point-of-Care Test Ontwikkeling

Immunotesten aan de hand van turbidimetrie

Turbidimetrische metingen zijn een snelle manier om de vorming van complexe antigen-antilichaamformaties in één stap te volgen.  Immunotesten op basis van turbidimetrie zijn immers minder gevoelig dan de variant waarbij de resultaten op de werking van enzymen zijn gebaseerd.

Immunotesten op basis van turbidimetrie worden onder meer gebruikt voor het aantonen van bijvoorbeeld, COVID-19 of calprotectine in bloed

Wil je meewerken aan de diagnostiek van morgen?

Bekijk onze ‘Future’ vacatures

Lees meer